Powered By Blogger

vrijdag 11 maart 2011

Donderdag 10 maart (Crawfordville)


Toen we vanmorgen wakker werden, was het gelukkig droog maar het waait erg hard en het is behoorlijk fris. We genieten eerst van een lekker ontbijt in het hotel. Er is van alles, scrumbled eggs, worstjes, bruin(!) brood, allerlei zoetigheden, vers fruit, jus d’orange en thee.
Daarna overleggen we wat we vandaag gaan doen. Onze bedoeling was om een trail te gaan lopen in het Apalachicola National Forest, maar gezien het weer besluiten we het programma om te gooien. Vandaag gaan we maar naar een plantage in Georgia en de trail bewaren we voor morgen als het hopelijk niet meer zo hard waait.
We kiezen voor de Pebble Hill Plantation, vlak voor Thomasville in de Staat Georgia. Na een uurtje rijden komen we daar aan. Het is een gigantisch groot landgoed met allerlei bijgebouwen en een groot Main House.
Eind 1800 werd deze streek een winterbestemming voor rijke industriëlen uit noordelijke steden zoals Cleveland, New York en Chicago. Zij bezochten feesten, gingen jagen en vissen en reden paard. Uiteraard vermaakten ze zich prima.
Pebble Hill werd uiteindelijk gekocht door Mr. Hanna die het gebied veranderde in een zg "sportieve"plantage. Op dit soort plantages hield men zich niet bezig met het houden van vee maar met jagen, vissen en paardrijden.
De plantage bleef in de familie en uiteindelijk erfde zijn kleindochter, Elisabeth (bijnaam Pansy) de plantage. Zij was helemaal gek van honden en paarden en ze verzamelde allerlei schilderijen en kunstwerken met de bedoeling dat het na haar dood een museum werd zodat iedereen van het prachtige landgoed kon genieten. Ze reserveerde er een grote som geld voor zodat ze er zeker van kon zijn dat het landgoed geen geldgebrek zou kennen.
Wij begonnen onze tocht in een U-vormig gebouw waar de stallen, het koetshuis en de tuigkamer waren gevestigd. Een gedeelte van de stallen is nog in gebruik.
Vervolgens kregen we een rondleiding in het Main House. Het was een privé rondleiding want we waren helemaal met z’n tweeën. We kwamen door prachtige vertrekken, voorzien van allerlei luxe en overal beeldjes, trofeeën en gebruiksvoorwerpen met honden en paarden erop. In één enkele kamer waren wel 6 bellen aanwezig zodat je niet op hoefde te staan als je de butler wilde bellen. De butler kon zien wie er gebeld had, op een paneel waar een licht aanging als er op de bel werd gedrukt.
In een gigantische keuken stonden kasten met allerlei serviezen. Ieder servies had bijpassend bestek en linnengoed. En voor elk was één eigen bediende verantwoordelijk.
De gastenverblijven hadden allemaal een bepaalde kleur die overal doorgevoerd was en een eigen badkamer. Mannen hadden een kamer met één raam, vrouwen hadden een kamer met 3 ramen. Bij echtparen maakte het niet echt uit.
De dame die ons rondleidde wist heel veel over de geschiedenis van het huis en alle voorwerpen en ze vertelde honderduit. Dat is aan de ene kant erg leuk maar omdat we maar met z’n tweeën waren, moesten we wel blijven luisteren en hadden we eigenlijk té weinig tijd om zelf echt goed rond te kijken.
Maar het was een overweldigende ervaring; zoveel luxe en rijkdom in één enkel huis.
Na de rondleiding die zo’n anderhalf uur duurde, zijn we eerst maar even buiten op een bankje gaan zitten. Daarna gingen we opnieuw naar binnen en nu werden we naar de 1e verdieping gebracht. Daar was een tentoonstelling ingericht met allerlei schilderijen met afbeeldingen van paarden, honden en jachttaferelen. Deze tentoonstelling was nog maar ruim een week geopend zodat wij tot de eerste bezoekers behoorden.
Alle schilderijen hingen eerst in de vertrekken beneden maar doordat het daar zo vol stond met kunst, kregen ze niet de aandacht die ze verdienden.
Vandaar een aparte tentoonstelling.
Ik moet zeggen, ze waren prachtig en het mooiste was dat je er met je neus bovenop kon staan. Géén touwen waar je achter moest blijven, géén suppoosten die zenuwachtig werden als je te dichtbij kwam. Je mocht er alleen niet aankomen; handen op de rug dus. Maar doordat je er zo dichtbij mocht komen, kon je heel goed de techniek van het schilderen zien.
Nadat we ook hier weer een tijd hadden rondgelopen, hebben we eerst maar buiten op een bankje gelunched want dat was er helemaal bij in geschoten.
Vervolgens hebben we nog een route over de plantage gelopen. We zagen talloze gigantische bomen, alweer met lange slierten mos, grote grasvelden, een vijver en talloze bijgebouwen ,elk met een eigen functie.
Nadat we zo’n 4 uur op de plantage hadden rondgesjouwd, zijn we de auto maar eens op gaan zoeken om terug te rijden naar Florida.
Onderweg hebben we eerst maar gegeten bij een Applebee’s, zodat we niet weer het gedoe van gisteren kregen. Applebee’s is toch een favoriet van ons en dan met name de (dessert) shooters (voor Amerikaanse begrippen kleine toetjes maar voor ons net groot genoeg). De strawberry cheesecake is mijn topper en Jan vindt de chocolat mousse geweldig.
Met een volle maag zijn we teruggereden naar ons hotel waar we vanavond lekker gaan nagenieten van weer een prima dag.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten